Een goede caravanband is belangrijk

Banden van een caravan hebben het zwaar te verduren. Ze dragen meer gewicht dan de gemiddelde personenautoband bij een hogere bandenspanning. Tel daarbij urenlange snelle ritten naar het zuiden, in de volle zon, lang stilstaan tijdens stallingsperioden en de kans dat de banden, met name de rechter, in contact komen met wegkanten, stoepranden en de berm.

Je kan de caravanbanden nog zo keurig op spanning hebben gebracht, als ze meer gewicht dragen dan waarvoor ze zijn gemaakt, is dat vragen om problemen. Overbelading van caravans is dan ook een van de grootste oorzaken van bandenproblemen. De grens van wat de band kan (ver)dragen komt nog sneller in zicht als de caravan ook nog eens ongelijk is beladen. Het is daarom belangrijk dat banden op alle gebied wat marge hebben.

Zorg voor stabiliteit op de weg

Hanteer voor de juiste bandenspanning het advies van de caravanfabrikant. De maximale bandenspanning staat normaal gezien vermeld op de band zelf. Is die informatie niet beschikbaar, dan kan een vuistregel helpen: een gewone (auto)band 3 bar, een ‘reïnforced’ caravanband 3,5 bar, een zogenaamde C-band 4,5 bar. De maximale bandenspanning aangeduid op de band zelf is de ideale bandenspanning bij vollast.

Elke band heeft een bepaald draagvermogen (staat ook op de band vermeld in de vorm van een code).

Wanneer je banden onder de caravan hebt die een veel groter draagvermogen hebben dan het gewicht dat ze effectief moeten dragen is het aan te raden de bandenspanning iets lager te maken zodat de caravan niet te veel gaat stuiteren. Een te hoge bandenspanning resulteert in het stuiteren van de caravan waardoor de wegligging achteruit gaat.

Een te lage bandenspanning resulteert in extra slijtage en opwarming van de banden waardoor het risico op een klapband aanzienlijk verhoogt.

De bandenspanning geldt altijd voor een koude band die niet heeft gereden. Na een kwartier rijden is de bandenspanning minimaal 0,2 tot 0,4 bar hoger.
Rolweerstand, slijtagepatroon, warmteontwikkeling, draagvermogen, rijstabiliteit en niet te vergeten de remweg hebben baat bij de juiste bandenspanning. Banden in bijvoorbeeld de maat 185R14C, met 800 kilo draagvermogen bij 4 bar, verliezen bij een bandenspanning van 3 bar al 150 kg draagvermogen.

In het loopvlak loopt de temperatuur op doordat de band extra vervormt. Hierdoor kan schade ontstaan aan de constructie – de onderdelen gaan onthechten – van de band, het loopvlak kan losraken, het karkas breken op een ribbel in het wegdek. De gevolgen zijn meestal een klapband, maar ook extra slijtage van het loopvlak.

Is de band lek, of het ventiel door uitdroging of vuil niet luchtdicht, dan loopt een band langzaam leeg en het draagvermogen terug. Voor je dat in de auto merkt is de band doorgaans al beschadigd of aan flarden gereden. Steeds meer hulpmiddelen kunnen voor dit risico waarschuwen. Sensoren in de velg of op het ventiel geschroefd bewaken dan de bandenspanning. Na plaatsing wel even het wiel opnieuw laten balanceren om trillingen te voorkomen.

Controle voor vertrek

Tijdens de officiële keuring van een caravan zwaarder dan 750 kg worden ook de banden gecontroleerd op profieldiepte, scheuren en beschadigingen, en barsten of droogtescheuren door veroudering van het rubber. Die controle kan je ook zelf voor vertrek nog eens uitvoeren. Gebruik een zaklantaarn om het profiel en de naar binnen gerichte zijde van het wiel te controleren. Builen, bulten en deuken wijzen op een probleem. Die band moet worden vervangen.

De betrouwbaarheid van een band neemt na zes jaar af, zegt ook de internationale bandenindustrie. Duitsland beperkt de leeftijd van banden voor caravans met Tempo-100 ontheffing daarom tot zes jaar. Wie veel en ver rijdt krijgt het advies om de caravanbanden na zes tot acht jaar preventief te vervangen. Wie minder rijdt in elk geval na 10 jaar. Wel steeds blijven controleren natuurlijk.