Rondtoeren op de Peloponnesos

Goed uitgerust kwam fotograaf Thomas De Boever terug van zijn campertrip naar het oude Griekenland: de rust, de zee, de oneindige geschiedenis van de Peloponnesos… De tijd gleed er voorbij.

Na een jaar zwoegen, werken en zweten zoek ik rust. Die vind ik onderweg, in mijn camper. En op mijn bestemming: de zee. De zee brengt me die rust. De zee maakt stil. De zee vertraagt. Thalassa, thalassa, zoals de oude Grieken al zeiden. Griekenland wordt mijn bestemming. Naar de zee, over de zee. Met een camper varen is moeilijk, maar doenbaar door je te laten drijven naar de bakermat van onze beschaving. Omdat de eilanden en hun stranden in het hoogseizoen te druk zijn, kozen we voor De Peloponnesos: het grootste schiereiland van Griekenland, omringd door de zee en stilte. Al hoor je in de verte Athena vanop het Parthenon schreeuwen…

Dwars door Europa

Vanuit Brussel is Patras, de tweede grootste stad van Griekenland en de poort naar de Peloponnesos, 2740 km rijden. Je jaagt je camper dwars door Europa. Je rijdt langs Duitsland, Oostenrijk, Slovenië, Kroatië, Servië en Macedonië om zo Griekenland binnen te dringen aan zijn noordelijke kant. Mooi, maar ook zeer vermoeiend. Niet enkel de afstand, maar ook de grens van Kosovo naar Servië kan je tijd kosten. Als je veel tijd hebt, is dit zeker een mogelijkheid… maar een mooiere oplossing is de boot. Vanuit Italië vertrekken vanuit verschillende steden ferry’s naar verschillende havens in Griekenland. Dat maakt de reis een heel stuk aangenamer. Je vaart en geniet van de stilte van de Adriatische zee. Ja, de zee die in de Europese geschiedenis zo’n belangrijke rol vervult.

In de buik van de boot

We boeken bij Greekferries voor de formule camping on board. Hierbij verdwijnt de camper in de buik van het schip, samen met de inwonenden. Je slaapt, eet en leeft in en rond je camper. Elektriciteit, toiletten en douches worden voorzien aan boord.

Tijdens de trip van Gent naar Ancona, de haven van ons vertrek in Italië, kozen we ervoor om even te stoppen voor een overnachting in Zwitserland. De tweede dag stonden we netjes op tijd in de hoofdstad van de Marken, Ancona. Hierdoor hadden we nog tijd zat om de stad even te verkennen en voor een Italiaanse pasta te kiezen.  De haven ligt aan de voet van de oude stad, waar verschillende ferry’s ronkend liggen te wachten om hun vracht op te slokken. We schuiven aan tussen het vrachtverkeer en de andere camperaars. Bussen werpen kuddes jongeren uit, op zoek naar avontuur en plezier. Je moet wachten. Het gaat traag en het heeft zeker geen zin om je op te jagen. Rust, weetjewel. Truckers slaan een babbeltje met elkaar en de sfeer aan wal is gemoedelijk. Onze boot komt aan en de bedrijvigheid rond ons komt tot een hoogtepunt. Auto’s, bussen en trucks gaan ons voor, luisterend naar de bevelen van de stuwadoors.

Met zicht op zee

Eindelijk is het aan ons, na enkele uren te staan smelten in de brandende zon. Met een goede reden: we willen bij de eersten zijn om in het schip te rollen voor de plaatsen die gereserveerd zijn voor camping on board De beste plaatsen zijn namelijk die aan de zijde van het dek, aan de buitenzijde van het schip. Je hebt er een zicht op de zee waarvan de reizigers op een cruiseschip enkel kunnen dromen. Als je verderop in de rij staat, zit je tussen de andere mobilhomes geprangd. Ook leuk, maar niet van dezelfde charme als een zeezicht voor jou alleen…

De scheepshoorn brult. We varen uit. We verkennen het schip. Er is een DJ aan boord! De jonkies beginnen meteen te dansen. De zon zakt in de zee, terwijl we afscheid nemen van Italië. De magie begint. Dit is écht tot rust komen. Het schip voert ons traag door de golven. We slapen rustig en genieten vanuit het raam van de camper van het nachtelijke zeezicht op de Adriatische Zee. Je proeft in je bed het zeezout in je mond. ’s Ochtends worden de stoeltjes voor de camper opgesteld. De tijd glijdt in golven langzaam voorbij.

Geschiedenis voor (her)beginners

De ontscheping gebeurt in dezelfde georchestreerde chaos als de inscheping. Alles verloopt via een strak schema. De beste stuurlui staan hier aan wal. Wanneer onze uitgeruste wielen het Griekse asfalt raken, zetten we koers naar onze eerste stop. Camping Tholo Beach ligt op iets minder dan twee uur rijden van de haven. Op ons programma? Surfen, wandelen, eten en luieren. Hier kan dat prima. Deze kleine camping wordt gerund door een familie. Ze ligt in het westen van de Peloponessos, niet ver van Kyparissia. De stad geeft haar naam ook aan de baai en ligt achter de duinen van kilometers verlaten stranden. Hier en daar zijn strandstoelen en strandbarretjes neergeploft. De zeeschildpaddennesten trekken het meeste aandacht: ze zijn door vrijwilligers met stokken afgebakend om ze te beschermen. Hier kan je echt alleen maar ontspannen. Er is niets te doen. Alleen liggen, zonnen en luieren op het strand. Toch toe aan wat actie? Op dit grote schiereiland is de Griekse cultuur en geschiedenis overweldigend aanwezig. In die mate zelfs dat je een keuze moet maken. Een kleine opsomming van enkele historische plekken; Olympia, Mycene, Methoni, Tiryns, Oud Korinthe, en ga zo nog maar even door.

Het wordt Mycene, omdat we de leeuwenpoort willen zien. Het is van twee uur rijden van Tholo beach naar de leeuwenpoort, een rit door de stilte en de leegte. Je ziet bergen, kloven en veel natuur, maar weinig mensen. De beroemde leeuwenpoort vormde in het oude Griekenland de belangrijkste poort naar de citadel van Mycene. Met zijn rijpe leeftijd van 3250 jaar wordt deze poort gezien als het oudste grote beeldhouwwerk in Europa. Mycene zelf was in de oudheid een belangrijke stad, in de periode tussen ca. 1400 en 1200 voor Christus. Ze was het belangrijkste politieke en culturele centrum van de naar Mycene genoemde Myceense beschaving. Een spoortje van beschaving is bij sommige toeristen soms ver te zoeken. Ronde koepelgraven worden in de hoofden van onze medebezoekers, die steevast over ‘een oude hoop stenen’ spreken, meteen zwembaden van de rijkelui in de oudheid. Tja, dat moet je erbij nemen: de verwende zonneklopper is niet altijd even historisch onderlegd. Dat kan je hier meteen verhelpen: het museum dat aan deze ‘hoop oude stenen’ kleeft, is zeker het bezoeken waard. Als je wél iets met geschiedenis hebt, is deze site een droomlocatie, net als de rest van het schiereiland. We zijn na het bezoek blij weer te kunnen afzakken naar een rustige plek. Atreus Camping ligt vlakbij de historische site.

De schoonheid van Athene

Zo gaat dat dan met de zo verlangde stilte in mijn hoofd. Na een paar dagen rust, schildpaddennesten en archeologische vindplaatsen verlangt deze stadsmens terug naar de drukte. We rijden verder door de Peloponnesos, van west naar oost richting de wildernis, Athene. Nog méér stilte voor de grote drukte. Als je in de buurt van het Kanaal van Korinthe komt, op Isthmus, de plaats waar de landengte op zijn smalst is, kom je ook meer en meer de drukte in. Hier kleeft de Peloponnesos aan de rest van Griekenland. Athene ligt op een uurtje rijden van hier. De invloed van de metropool van de oudheid is hier al voelbaar.

Het wereldberoemde kanaal is zeker een stop waard. Deze lijnrechte streep, uitgehouwen uit het gesteente, is circa 6,3 km lang, 23 m breed en zo’n 8 m diep. Te klein en te smal voor moderne schepen… Maar het is het standpunt van 70 meter boven de waterspiegel, op een van de zes bruggen, die het zo spannend maakt. Meng daar de rijke geschiedenis van deze plek bij en je hebt een toeristenval die zijn beloftes helemaal waarmaakt. We rijden meteen richting camping in Athene. Camping Athens wordt het. Ik zei het al, Grieken zijn nuchtere mensen.

De stad inrijden met de camper? Dat raad ik niemand aan. Chaos heerst hier immers in de oude straten. We hebben twee dagen om Athene te verkennen en dat lijkt genoeg. Als je een beetje hebt opgelet in de klas, hoef ik niet te vertellen wat deze stad allemaal te bieden heeft. Vanuit onze camping is de stad redelijk gemakkelijk te bereiken met het openbaar vervoer. In de stad zelf doe je beter alles te voet. Dat geeft je een meer levendige indruk van de stad. Het historische centrum is trouwens niet zo groot. De Akropolis, de Tempel van Zeus, de Oude Agora: allemaal topbestemmingen, maar in de zomer is het er heel druk. Vertrek vroeg in de ochtend: de oude stenen voelen dan nog lekker koel en de toeristen slapen nog uit met een droge mond van alle retsina.

De eerste avond besluit ik te voet terug te keren naar de camping. We hebben een hond bij en die mag niet mee op het openbaar vervoer in Griekenland. De fikse wandeling van 9km is een eyeopener. Je ziet, voelt en ruikt dat deze stad en dit land het de laatste jaren niet gemakkelijk hebben gehad. Veel winkels zijn voorgoed gesloten. De zuiderse nonchalance om vuiligheid te laten flaneren bereikt hier en daar zijn hoogtepunt. Athene blijkt een mooie kranige oude dame, maar met een onfrisse okselgeur.

Ares, het begin van de revolutie

Terug naar de rust dan maar. We rijden richting het meest zuidelijke punt van het Griekse vasteland. Eerst stoppen we nog in Githion. Deze kleine havenstad met zijn kleurrijke huizen en zijn restaurants langs de kade heeft veel charme. In Gytheio - de andere schrijfwijze van deze stad - vind je niet echt een stadsstrand, maar rondom ligt er fijn strandzand genoeg. Aan dat zand kleven verschillende campings. Een aanrader is camping Meltemi, waar je vlak bij de zee onder de olijfbomen campeert. De olie van diezelfde olijfbomen kan je ook nog eens meenemen naar huis. Het strand dat bij deze camping hoort, is een echte hotspot voor zonnekloppers. Verder is deze camping, zoals de meeste hier in de buurt, voorzien van een zwembad, een kleine winkel en een klein restaurantje. De charme van deze plek zit ‘m in de vele olijfbomen…

We blijven een dag of twee zonnekloppen. Daarna rijden we verder zuidwaarts, langs honderdduizenden olijfboomgaarden, eenzaamheid, enkele schapen en geiten en verdwaalde benzinestations. Hoe meer we naar het zuiden rijden, hoe dorrer het landschap wordt. We passeren langs Areopoli, waar de revolutie tegen de Turkse overheersing ooit begon. Dat zetten de Grieken natuurlijk graag in de verf. Dat betekent dus: veel toeristen. Areopoli is verder ook de hoofdstad van de Mani, de streek waar we nu zitten. Haar naam heeft het stadje te danken aan oorlogsgod Ares. Dit past dus perfect bij die revolutie. De bouwstijl van de huizen is hier helemaal anders dan je verwacht in Griekenland. Hier vind je geen wit gekalkte huizen, maar wel de herkenbare Mani-architectuur: de huizen zijn gebouwd met een bruin lokaal gesteente. Het is een mooie plek, je kan hier gezellig rondslenteren op het dorpsplein. Het is er ook leuk om lekkere koffie te drinken bij de plaatselijke bakker en eens naar de markt te gaan. En dan heb je het wel gehad.

Zwemmen in de zee

Ik wil weg van de massa, dus we gaan door op het schiereiland Mani, richting de vuurtoren van Tenaro. We rijden tot we niet verder kunnen. Dat is tot aan de de tempel van Poseidon in Tainaron, op het uiterste punt van Mani,  de middelvinger van het schiereiland Peloponnesos. De tempel zou de toegang tot de onderwereld geweest zijn. Die onderwereld vinden we hier niet. Daar maar wandelen tot aan de vuurtoren... Een verlaten strand doet de jeugd er anders over denken. Ze gaan liever zwemmen in deze prachtige baai. Ik begrijp hen wel. Deze plek, de gehele omgeving, inclusief het orakel van Hypno: het heeft iets magisch. Daarvoor kom je naar de Peloponnesos. Voor de verlatenheid die je nog zo moeilijk vindt. We zwemmen alleen in een zee die van ons is. Mare Nostrum maar dan op zijn Grieks.

Hup, weer de camper in. Onderweg naar dit zuidelijke punt hebben we in de verte, beneden in de azuurblauwe baai,  een kleine haven gezien naast de eenzame zeilboten. We manoeuvreren langzaam door de nauwe straatjes en volgen een bordje ‘camperplace’. We belanden in een klein vissersdorp. Porto Kagio heet het gehucht.  Enkele huizen, kleine bootjes en zowaar een jacht liggen in de baai. Een vriendelijke dame gebaart ons door te rijden over het kiezelstrand, tot aan een parkeerplaatsje. We mogen er gratis overnachten begrijp ik van haar, tenminste: als we beloven ’s avonds in het restaurant te komen eten. ‘Kanéna próvlima’, geen probleem, beloof ik haar. ’s Avonds schuiven we aan bij het restaurant. De keuze is wat het is. Allerlei lekkers, vers uit de zee, wordt uit een frigobox gehaald, eenvoudig klaar gemaakt en verdomd lekker geserveerd. We begrijpen waarom de enkele zeilboten en de jachten in de baai van dit godvergeten gat liggen. Het eten is heerlijk, het zicht onbetaalbaar. De rekening? Op zijn Grieks: cash te betalen. Inmenging van de belastingontvanger uit Athene hoeven ze hier niet. Het loopt hier zoals het al eeuwen gaat. Ze gaan vissen, maken het klaar en eten het op. De zee komt en keert terug. En daar heeft niemand uit het verre Athene zich mee te moeien.

Hippe obers, coole cocktails

Ook voor ons is er helaas een tijd van komen en een van gaan. We vertrekken weer naar iets drukkere oorden en rijden richting Navplion en naar de dichterbevolkte stranden daar in de buurt. Ik weet het, er zit geen logika in onze reisweg. We volgen ons hart en onze zin. Kris kras door de Peloponnesos, door het verlaten landschap. It's not the destination, it's the journey. Wel keren we stilaan terug naar het noorden, richting de haven waar de boot op ons wacht voor de teugweg naar Italië.

Navplion was na de Griekse Onafhankelijkheidsoorlog van 1832 tot en met 1834 de hoofdstad van het vrije Griekse koninkrijk. Het is een aangename stad. Ze wordt gedomineerd door het Palamidi fort, zo’n 216 meter boven de stad. De beklimming ervan is een fysieke uitdaging, maar het zicht bovenaan maakt alles goed. Wie wil kan het fort bezoeken, maar de jongeren willen een ijsje. We dalen weer af en slenteren door de straten van de oude hoofdstad. Toeristische shops en klerenwinkeltjes wisselen elkaar af. Ook het ijsje is geen probleem: het is hier aangenaam flaneren. Deze stad is op toerisme gericht. Voor de camperaar, maar ook voor de rijkere burgers van deze wereld: in de haven ligt een megajacht. Na wat googelen blijkt het de eigendom van de tweede rijkste Mexicaan. Ook hij had blijkbaar zin in een ijsje…

We rijden richting onze laatste camping. Vlakbij Navplion zijn verschillende stranden met veel campings. Het voelt een beetje on-Grieks aan. Dit lijkt de lokale costa brava. Zo ook camping Argolic Strand: denk aan een grote strandbar, muziek als achtergrondbehang, grote ligzetels en bijhorende hippe obers die je coole cocktails brengen terwijl je voeten in de zee rusten. Niet echt de reden waarvoor we naar de Peloponessos gekomen zijn, maar… een mooie afsluiter.

5 x topcamping voor je camper

1. Camping Argolic Strand

Grote bar, breed strand, lekker loungen en een cocktail drinken… Is dat vakantie of niet?

• argolic-strand.gr

2. Camping Athene

De stadscamping van Athene… op 9 km van het stadscentrum. Prima uitvalsbasis om Athene te verkennen. Reserveer goed op tijd, zeker in het hoogseizoen.

campingathens.gr

3. Camping Meltemi

Midden tussen de olijfgaarden, bij het stadje Gytheio. Aanrader: de eenvoudige, lekkere visrestaurantjes bij de kleine haven. Alles is supervers!

campingmeltemi.gr

4. Camping Atreus

Camping Atreus ligt vlakbij het oude, historische Mycene. Het is een sympathieke, eenvoudige camping, mét zwembad.• camping.info/nl/kampeerplek/campsite-atreus

5. Camping Tholo Beach

Echt uitrusten doe je hier, vlakbij het strand in een heel rustige omgeving. Chillen is hier je belangrijkste bezigheid.

campingtholo.gr

Gepubliceerd op maandag, maart 27, 2023 door Thomas De Boever

Delen