4 boeken om in de stemming te geraken voor je volgende kampeeravontuur

Ja ja, we weten het: we vloeken in de kerk van de gewichtsfreaks, de kampeerders die voor elke trektocht hun rugzak op de weegschaal zetten en proberen te beknibbelen op elke gram. En toch, geen kampeertrip zonder leesmateriaal, bladzijden gevuld met verhalen over epische avonturen, spannende ontmoetingen met wilde dieren en de schoonheid van de ongerepte natuur.

Of je nu graag vooraf in de stemming komt, dan wel ter plaatse wil ontspannen, er gaat weinig boven een goed gekozen boek. Deze vijf boeken nemen je mee op kampeeruitjes naar de wildernis van de VS en de ruige kustlijnen van Engeland. De gewichtsfreaks kunnen opteren voor een e-reader.

1/ Wild (Cheryl Strayed)

“Over jezelf verliezen, terugvinden & 1700 kilometer hiken”, zo vat de ondertitel van dit waargebeurd verhaal het perfect samen. In de vroege jaren 90 belandt schrijfster Cheryl Strayed op een dieptepunt in haar leven. Haar moeder sterft aan longkanker, haar vader is dan al lang uit het plaatje verdwenen. De familie valt uit elkaar, haar huwelijk loopt op de klippen vanwege haar ontrouw en Strayed experimenteert met heroïne.

In plaats van helemaal de dieperik in te glijden, vertrekt ze naar Californië om de Pacific Crest Trail te wandelen, het langeafstandspad dat de ruggengraat van de VS volgt - van de grens met Mexico tot die met Canada. Strayed heeft nul ervaring met hiken en zeult een rugzak mee, bijgenaamd Het Monster, die de helft van haar lichaamsgewicht weegt. Lees het niet als een handleiding, eerder als een waarschuwing. Onderweg trotseert ze verzengende hitte en sneeuwbuien, ratelslangen en beren. Ze kampt met kapotte teennagels, waterbronnen die droog blijken te staan en engerds met verkeerde bedoelingen. Maar stap voor stap, kilometer na kilometer, vindt ze zichzelf terug.

Hoewel Strayed amper de natuur beschrijft - de innerlijke tocht is belangrijker dan degene door het landschap - barst Wild van de momenten van herkenbaarheid. Het afzien en de kameraadschap, de blaren en de gedeelde noedels rond het kampvuur, de bijna sacrale momenten dat ze een fris T-shirt uit een bevoorradingspakket plukt of de eerste douche in weken, “een bijna heilige ervaring.”

2/ Het zoutpad (Raynor Winn)

Ook voor de Britse schrijfster Raynor Winn stort het kaartenhuisje van haar leven in. In een week tijd verliest ze eerst haar goed draaiende B&B in Wales, daarna krijgt haar man Moth te horen dat hij terminaal ziek is. Even have- als hulpeloos, met rugzakken die ze amper kunnen tillen, begint het koppel aan een voettocht langs de Engelse zuidwestkust, over de oude paden van het ruim duizend kilometer lange South West Coast Path.

Onderweg maken ze alle beginnersfouten. Memorabel is die keer dat ze de getijden van de zee verkeerd inschatten en ‘s nachts in zeven haasten - en in hun ondergoed! - hun tent moeten verplaatsen. Welk beetje kampeerder herkent het niet? Tegelijkertijd laven ze zich aan de natuur en aan mekaar en verschijnt er langzaam een lichtje aan het einde van de tunnel. Winns omschrijvingen van de woeste natuur zijn prachtig, de veerkracht van twee in het hoekje geduwde mensen hartverwarmend. De kernboodschap: geniet van het leven en wees gelukkig met hetgeen je hebt.

Intussen schreef Winn twee vervolgverhalen: De wilde stilte en Landlijnen. In die laatste trekt ze van het uiterste noorden van Schotland naar het zuidwesten van Engeland.

3/ De laatste wildernis (Robert Macfarlane)

De Brit Robert Macfarlane is wat ons betreft de beste natuurschrijver van zijn generatie, een auteur met de kennis van een veldbioloog, de pen van een dichter en de verwondering van een kind. In De laatste wildernis gaat hij - je raadt het al - op zoek naar de wilde plekken die nog resten op de Britse eilanden. Hoe meer hij de verste contreien van zijn thuisland verkent -van de woeste kusten van Cape Wrath tot de holle paden van Dorset, van de moerassen in Essex tot de venen van Rannoch - hoe meer hij zich realiseert dat “elk eilandje en bergtop, elke geheime vallei bezocht en bewoond is, ergens in de laatste vijf millennia.”

Maar in de woorden van Macfarlane klinkt dat niet als een pessimistische boodschap. Integendeel, zo stelt hij, mens en wildernis kunnen niet van elkaar gescheiden worden. En dus zoekt hij die wildernis niet enkel in avontuurlijke landschappen van “rots, hoogte en ijs”, maar ook op minder evidente plekken dichterbij huis. Door bijvoorbeeld op handen en knieën door een heg te kruipen en een dassenspoor te volgen door het struikgewas. Hij klimt in bomen, zwemt in fosforescerend water en bivakkeert onder de blote hemel, in bossen en weilanden, op kliffen en bergtoppen. Straf boek, straffe vent.

4/ Terug in Amerika (Bill Bryson)

De originele titel - A walk in the woods - had wat eleganter vertaald kunnen worden. Veel meer dan de Nederlandse variant vat die perfect samen waar dit boek om draait: een wandeling door de bossen. Samen met zijn jeugdvriend, de dikke, mopperige alcoholicus Stephen Katz, volgt reisschrijver Bill Bryson de Appalachian Trail. Dat is het equivalent van de Pacific Crest Trail, maar dan aan de oostkant van de VS.

CNN noemt A walk in the woods “het grappigste reisboek ooit geschreven”. Op elke pagina wacht een geestige omschrijving van een ontmoeting die de twee hebben. Dat begint al voordat ze hun eerste stap op het pad zetten - hilarisch is de scène met de verkoper van de outdoorwinkel, die hen huiswaarts stuurt met een kruiwagen aan materiaal.

Maar Bryson is meer dan enkel een komiek. Aan zijn doorgedreven research kunnen veel reisschrijvers een puntje zuigen. Zo komen we meer te weten over de luiheid en het gebrek aan lichamelijke beweging van zijn landgenoten, die gemiddeld 2,25 kilometer per week stappen, “elk soort stappen zit daarin inbegrepen: van auto naar kantoor, van kantoor naar auto, in de supermarkt of winkelcentra.” Hij berekent dat hij elke veertig minuten op de Appalachian Trail evenveel wandelt als de gemiddelde Amerikaan in een week. Denk daar tijdens je volgende trektocht maar eens aan.

Gepubliceerd op dinsdag, maart 19, 2024 door Tom Peeters

Delen